Het Bedrog Rond Afkicken: Psychiatrische zwendel met Drugs
Rest er nog hoop?
Zou een alomvattende en bewezen genezing voor drugsverslaving wenselijk zijn? En is zo iets mogelijk?
Laten we eerst duidelijk definiëren wat er bedoeld wordt met “genezing”. Een “genezing” (op individueel niveau) betekent niets minder dan: de volledige en permanente afwezigheid van overheersende lichamelijke en geestelijke verlangens naar drugs of van de drang om drugs te gebruiken. Op het niveau van de samenleving: de rehabilitatie van de verslaafde tot een blijvend eerlijk, ethisch, productief en succesvol lid van de maatschappij. Deze vraag zou in de jaren zeventig vreemd of belachelijk hebben geklonken.
“Natuurlijk is dat wenselijk!” en “Is dit een grap of zo?” zou een
veelgehoord antwoord zijn geweest.
Op dit moment echter zou het antwoord duidelijk anders zijn. Een drugsverslaafde zou kunnen zeggen: “Praat me niet over oplossingen, ik heb alle afkickprogramma’s al geprobeerd en niets werkt. Ze werken geen van allen”. Of: “Je kunt niets doen tegen iets dat genetisch bepaald is, mijn vader was al aan de drank.” Een leek zou kunnen zeggen: “Ze hebben de oplossing toch al gevonden, er is toch methadon?” Of: “Ze hebben ontdekt dat het een ongeneeslijke hersenafwijking is; het is, net als bij diabetes, niet te genezen”. Of zelfs: “De wetenschap heeft aangetoond dat er niets aan te doen is; het heeft iets te maken met de chemische onevenwichtigheid in de hersenen.”
Opvallend is dat onder verslaafden, hun familie, overheidsfunctionarissen, de media en anderende, geen woord over genezing of zelfs maar het idee van herstel wordt gesproken.
In plaats daarvan worden er woorden gebruikt als: ziekte, aandoening, chronisch, management, onderhoudsdosering, vermindering en terugval. Verslaafden leren om over zichzelf te zeggen dat ze “herstellende” zijn, nooit “genezen”. Anders gezegd, de stilzwijgende overeenstemming is dat drugsverslaving onoplosbaar is en dat de verslaafde ermee moet leren leven, of sterven.
Is alle hoop vervlogen?
Voordat we een antwoord proberen te vinden op deze vraag is het heel belangrijk dat er een ding duidelijk is over het afkicken van drugs. Onze hoop op een oplossing voor drugsverslaving is nooit verloren gegaan, maar werd begraven onder een lawine van onjuiste informatie en “oplossingen” die niet werken.
Laten we ons in de eerste plaats bewust zijn van de langdurige propaganda van de psychiatrie waarin gevaarlijke drugs als “onschuldig” werden afgeschilderd:
- In de jaren zestig maakte de psychiatrie LSD niet alleen acceptabel, het werd onder tienduizenden studenten aangeprezen als een “avontuur” en als een manier om je leven meer kwaliteit te geven door deze “recreatieve” bewustzijnsveranderende drugs.
- In 1967 kwamen Amerikaanse psychiaters bij elkaar om te discussiëren over de invloed van drugs in het jaar 2000. De invloedrijke New Yorkse psychiater Nathan Kline, die in commissies zat van het Amerikaanse National Institute of Mental Health en de World Health Organization, stelde: “Als je het breed bekijkt, zie ik in principe niet waarom drugs abnormaler zouden zijn dan lezen, muziek, kunst, yoga of nog andere dingen.”
- In 1973 schreef Louis J. West, psychiater aan de Universiteit van Californië: “Er zal inderdaad binnenkort een debat losbarsten onder wetenschappers over de vraag of het zowel voor de patiënt als de behandelaar niet een antiek begrip wordt om vast te houden aan een drugsvrije geest.”
- In de jaren tachtig deed Ronald K. Siegel, een specialist op het gebied van psychiatrische drugs, uit Californië, de opzienbarende uitspraak dat het onder invloed zijn van drugs een basale menselijke “behoefte” is, een “vierde drijfveer” net als seks, honger of dorst.
- In 1980 claimde een onderzoek in het Comprehensive Textbook of Psychiatry dat “wanneer je het slechts twee of drie keer per week neemt, cocaïne geen serieus probleem oplevert.
- Volgens het hoofd van de Drug Enforcement Administration in Connecticut droeg het foutieve gegeven dat cocaïne niet verslavend zou zijn bij aan de dramatische stijging in het gebruik ervan in de jaren tachtig.
- In 2003 beweerde Charles Grob, hoofd van de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie aan het Harbor Medisch Centrum aan de Universiteit van Californië, dat Ecstasy (hallucinogeen, straatdrug) een potentieel goed geneesmiddel was voor de behandeling van alcoholisme en drugsmisbruik.
Vandaag de dag geven instanties die toezicht houden op medicijnen, goedkeuring voor klinische proeven met hallucinogene medicijnen om gevallen als angst en alcoholisme te bestrijden ondanks dat ze weten dat dit soort medicijnen psychose veroorzaakt.
Het mislukken van de oorlog tegen drugs is grotendeels toe te schrijven aan het onvermogen om de grootste drugsdealers aller tijden, de psychiaters, een halt toe te roepen. De verdrietige ironie van dit alles is dat hij zichzelf op het vlak van drugsrehabilitatie in een positie heeft weten te manouvreren om zeggenschap hierover te hebben zonder dat hij in staat is om aantoonbare resultaten te verkrijgen ondanks de miljarden verkregen overheidsfondsen. Regeringen, groepen, families en individuen die hun onjuiste informatie en drugsrehabilitatie programma’s blijven accepteren, doen dit op eigen risico. Naar alle waarschijnlijkheid zullen ze in elk opzicht tekortschieten.
Drugsverslaving is geen ziekte. Er bestaan echte oplossingen.
Het opruimen van de door de psychiatrie in omloop gebrachte onjuiste informatie over drugs en drugsverslaving is niet alleen nodig om de hoop terug te krijgen; het is de eerste stap op weg naar echte rehabilitatie van drugsverslaafden.
Hoogachtend,
Jan Eastgate
Presidente,
Citizens Commission
on Human Rights Internationaal